top of page
Voor U visual solo.png

Klacht van Voor U bij de OVSE



Wegens Verkiezingsmanipulatie in België

|


De Croo staat voor de internationale pers ronkende verklaringen af te leggen over de manipulatie van de verkiezingen door de Russen, maar hij manipuleert zelf de Belgische verkiezingen. Daarvoor heeft Voor U een klacht neergelegd bij de OVSE.


Democratische en eerlijke verkiezingen op 9 juni zijn onmogelijk geworden. Daaraan werken ook @vadderiVRT en @vrtnws grondig mee. Meer dan een miljoen mensen hebben de stemtest van de VRT ingevuld en laten hun stem door deze foute stemtest beïnvloeden. Dat zegt De Vadder zelf.


Naast en boven de kiesdrempel worden er door de bestaande partijen allerlei juridische en praktische barrières opgeworpen waardoor de bestaande partijen voordeel krijgen op de nieuwe partijen. Dat is gewoon discriminatie. Er is geen level playing field. Alles wordt gedaan om de nodige informatie over alle partijen die meedoen aan de verkiezingen zo veel mogelijk aan uw zicht te onttrekken.


Nog niet zo lang geleden moest het burger "we need to talk" in het parlement vaststellen dat van de dure beloftes om politieke vernieuwing toe te laten, er totaal niets van in huis gekomen was. Tot schaamte van de parlementsleden van de bestaande partijen.

Wel, op dit eigenste moment stelt de OVSE daarover een rapport samen. De OVSE overweegt om een observatieteam naar België te sturen.


Wie weet zitten in dat team een paar Russen die de verkiezingen georganiseerd door De Croo moeten komen controleren.


De vertaling van onze brief:

Klacht tegen het Koninkrijk België waar eerlijke democratische verkiezingen op 9 juni 2024 onmogelijk worden gemaakt.

______________________________________________________


Bij de komende verkiezingen in België op 9 juni 2024 zullen de ondergetekenden kandidaat zijn en daarbij de plaats van lijsttrekker innemen op de lijst van “Voor U” voor het federaal parlement, het Vlaams parlement, het Europees parlement en het Brussels parlement.

“Voor U” is een nieuwe lijst die is ontstaan naar aanleiding van de malaise in de Belgische politiek waardoor steeds meer burgers zich afkeren van het politieke leven. Ondanks het bestaan van de stemplicht neemt het aantal mensen dat niet meer wil gaan stemmen toe. Hetzelfde geldt voor de blanco en ongeldige stemmen. De afkeer van de politiek neemt proporties aan die het democratisch proces op de helling zetten.


Het door de Wet gecreëerd gebrek aan democratisch level playing field.

Tezelfdertijd bevat de Wet betreffende de verkiezingsuitgaven van 4 juli 1989 in combinatie met de in de kieswetgeving vastgelegde kiesdrempels bepalingen die onverantwoorde barrières opwerpen voor nieuwe partijen om deel te nemen aan de verkiezingen. Die drempels zorgen voor een hoge mate van discriminatoire behandeling tussen de reeds verkozen partijen en de nieuwe partijen. Daardoor ontstaat een gebrek aan “level playing field” waardoor de verkiezingen van 9 juni 2024 onmogelijk op een eerlijke en democratische manier kunnen verlopen.


Ondanks felle kritiek en aankondigingen van de bestaande partijen in het federaal parlement om het systeem van partijfinanciering aan te passen, blijven alleen partijen die bij de vorige verkiezingen verkozenen in het parlement hadden overheidsfinanciering krijgen. Zo’n 80 miljoen euro per jaar die wordt verdeeld aan de hand van het aantal parlementsleden en stemmen voor een partij bij de vorige verkiezingen.


Nieuwe partijen, ook nieuwe partijen die volledige kieslijsten neerleggen over een hele taalregio, en daarmee voldoen aan de wettelijke definitie van politieke partij, ontvangen helemaal niets. Er is ook geen systeem voorzien dat voorwaarden op zou leggen aan nieuwe partijen om voor de financiering van de campagne overheidsgeld te bekomen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door een bepaald aantal handtekeningen te vereisen.


De verstrekking van deze enorme sommen van partijfinanciering heeft de partijen die al verkozenen hebben dermate veel reserves opgeleverd dat er al minstens één partij is (N-VA) die een deel van die reserves in beleggingen in onroerend goed is gaan investeren. Een partij als het Vlaams Belang geeft per jaar om en bij 3 miljoen euro overheidsgeld uit aan promotie op sociale media en het internet. Weliswaar zijn deze verkiezingsuitgaven in de sperperiode vanaf 4 maanden voor de verkiezingen beperkt tot 1 miljoen euro, doch de zwaar gesubsidieerde mogelijkheid om voorafgaand aan de verkiezingen tot 4 maand ervoor miljoenen te spenderen aan online reclame zorgt voor een manifeste ongelijkheid met nieuwe partijen die gewoon niets krijgen. Zelfs niet één miljoen voor het voeren van hun campagne zelf tijdens deze sperperiode.


Bovendien kan het “plafond” van 1 miljoen euro ook makkelijk omzeild worden omdat de partijen daarnaast ook nog de campagnes van hun “kopstukken” financieren. Voor “kopstukken” liggen de wettelijke toegestane uitgaven 10 keer zo hoog als voor “normale” kandidaten. Het aantal “kopstukken” wordt bepaald op basis van het aantal verkozenen bij de vorige verkiezingen plus één. Hierdoor kunnen grote partijen tot wel 20 keer meer uitgeven dan kleine partijen omdat zij over veel meer “kopstukken” beschikken. Bij de vorige verkiezingen lagen de uitgaven van de N-VA op deze manier niet op 1 miljoen, maar wel op een geschatte 6,5 miljoen euro. Het plafond is dus feitelijk geen gelijk plafond voor iedereen. Ook op dat vlak worden nieuwe partijen benadeeld.


Het ongelijk speelveld wordt verder versterkt doordat de beperkingen op de ontvangst van giften van particulieren die zijn opgenomen in de voornoemde Wet van 4 juli 1989 wel gelden voor nieuwe partijen van zodra hun lijsten zijn neergelegd. Zo mogen geen giften ontvangen worden van niet-natuurlijke personen en zijn er geldelijke beperkingen op de giften. Met als gevolg dat nieuwe partijen niet alleen geen overheidsgeld ontvangen, maar bovendien wel dezelfde beperkingen op het ontvangen van giften ondergaan als de partijen die wel overheidsgeld ontvangen. Wat een financiering van de campagne dubbel bemoeilijkt.


Ook zijn de nieuwe partijen evenzeer vanaf de start van de sperperiode beperkt in de campagnemiddelen die zij mogen aanwenden (o.a. verbod op het afgeven van gadgets) terwijl zij geen overheidsgeld ontvangen.


Tot slot zijn recent de regels met betrekking tot het toekennen van de nummers op de kieslijst gewijzigd. Alleen de partijen als bij de vorige verkiezingen in het parlement vertegenwoordigd zijn maken nog kans op één van de gepriviligieerde eerste nummers op de kieslijst. Waardoor nieuwe partijen verder op de kiesbrieven van de mensen belanden. Zodat zij minder onder de aandacht komen.


Al deze discriminatoire maatregelen die als centraal gevolg hebben dat de bestaande partijen onverantwoord grote privileges genieten bemoeilijken in bijzonder sterke mate de mogelijkheid voor nieuwe partijen om in het parlement te komen. De kiesdrempel die werd ingesteld vergroot in combinatie met de hiervoor omschreven regels de moeilijkheid voor nieuwe partijen om verkozen te geraken. Op die manier wordt de politieke vernieuwing verhinderd waardoor het democratisch deficit nog groter wordt omdat een groeiende groep mensen zich niet meer terug kan vinden in de huidige politiek en verandering wil. Uit het recente kiesonderzoek “De Stemming” blijkt dan ook dat "politieke vertegenwoordiging” het derde belangrijkste thema geworden is en dat 1 op de 3 kiezers zich door niemand vertegenwoordigd voelt.


Ook bij lokale besturen worden maatregelen genomen die het bestaan van een level playing field tegenwerken. In de Belgische gemeente Ukkel bijvoorbeeld wordt 90 % van de verkiezingsborden die zijn intericht door de gemeente voorbehouden voor de partijen die al verkozenen in het parlement hebben. Van die 10 % wordt slechts 20 % aan ruimte toegekend aan nieuwe partijen in de Nederlandstalige taalgroep. Dat betekent dat de nieuwe partijen in de Nederlandstalige taalgroep hun publiciteit moeten hangen op slechts 2 % van de totale ruimte op de borden. Voor U is een nieuwe Nederlandstalige lijst die in Brussel opkomt en zal die 2 % oppervlakte met nog andere partijen moeten delen.


De gebrekkige informatieverstrekking door de publieke en private pers.

In dit bijzonder ondemocratisch ontbreken van een level playing field zou men denken dat de media als vierde macht een corrigerende rol zou spelen, maar in België is ook die corrigerende factor afwezig. Immers richten de Belgische grote media zich naar dezelfde regels waarbij de bestaande partijen worden bevoordeeld om hun programma’s en de omvang van hun berichtgeving aan te passen aan het aantal verkozenen die deze partijen al in het parlement hebben. Dat geldt zowel voor de private media als voor de door de overheid georganiseerde en gefinencierde media zoals de VRT en de RTBF. Ook daar komen nieuwe partijen nauwelijks aan bod. De nieuwe partijen worden niet of bijna niet uitgenodigd in verkiezingsdebatten. In duidingsprogramma’s blijven zij afwezig. Interviews zijn zeer beperkt in vergelijking met de interviews en de aandacht voor de bestaande partijen. Over de campagnedag van de bestaande partijen wordt bijvoorbeeld een nieuwsitem gebracht in de meeste media, terwijl dat voor “Voor U” helemaal niet het geval was. Ook niet in de door de overheid georganiseerde VRT.


Verschillende media richten een stemtest in die de kiezer moet helpen bij het maken van een keuze. Bij de vorige verkiezingen hebben meer dan 3 miljoen mensen deze stemtesten ingevuld zodat zij een belangrijke hulpbron zijn bij het determineren van de keuze van de kiezer. Dat deze stemtests de verkiezingen beïnvloeden wordt door de makers ervan erkend. Wat blijkt uit een artikel op de websit van VRT. Het is de VRT die de stemtest heeft besteld bij een aantal professoren, maar daarbij op geen enkele manier vraagt dat nieuwe partijen zouden worden opgenomen. In tegendeel, zij legt zich volledig neer bij de beslissing van de professoren om dat vooral níet te doen. (https://www.vrt.be/.../de-stemtest-2019-wat-hoe-en-waarom/)


Voor die stemtests worden andermaal alleen de bestaande partijen toegelaten. Dit fenomeen doet zich voor zowel bij de private pers als bij de door de overheid ingerichte pers. Wie zijn stem laat bepalen door deze stemtests - en er zijn behoorlijk wat mensen die dat doen - krijgt slechts een beperkte keuze uit de al bestaande partijen terwijl de reële keuzemogelijkheden op de kiesbrief van 9 juni 2024 niet aan bod komen.


Hoewel het de taak zou moeten zijn van de media in een normaal werkende democratie om de kiezer zo optimaal mogelijk in te lichten van de keuze die er zal zijn bij de komende verkiezingen, worden de kiezers in deze belangrijke en populaire stemtest alleen ingelicht over de partijprogramma’s van de al verkozen partijen. Alsof de verkiezingen van enkele jaren geleden worden overgedaan, en er geen nieuwe partijen bestaan. Dat geldt zowel voor de private media als voor de media ingericht door de overheid. Terwijl diezelfde overheid in een democratisch normaal wekend bestel ervoor zou moeten instaan dat de kiezer niet onbehoorlijk wordt ingelicht over de keuzes die hij heeft.


De stemtest die door de openbare omroep VRT wordt gebruikt werd opgesteld met bijstand van academici die een op wetenschap gebaseerde geloofwaardigheid zou moeten geven aan deze test. Doch door de nieuwe partijen niet mee te nemen in de test is het volstrekt uitgesloten dat de gebruikers van de tekst een juist beeld krijgen van de keuzemogelijkheden die er zullen zijn bij de verkiezingen van 9 juni 2024.

In de beheerstovereenkomst van de publieke omroep VRT die de stemtest publiceert bestaat de primaire opdracht erin informatie te verstrekken die moet strekken tot de ontwikkeling van een democratische samenleving. Daarmee vormt de beheersovereenkomst de uitvoering van het Vlaams decreet van 27 maart 2009 betreffende de radio-omroep en televisie. In artikel 6 § 2 van dit decreet is voorzien dat de VRT bijdraagt via de programma’s tot een onafhankelijke, objectieve en pluralistische opinievorming in Vlaanderen. Door het niet verstrekken van een objectief, pluralistisch en correct beeld van de keuzemogelijkheden die de kiezer zal hebben op 9 juni 2024 draagt de openbare omroep bij tot een onverantwoord democratisch deficit.


De massale dysfuncties is het onlinesysteem voor de registratie van handtekeningen.

Om toegelaten te worden tot de verkiezingen dienen partijen te worden voorgedragen ofwel door een aantal parlementsleden ofwel door een aantal burgers die daartoe hun handtekeningen dienen aan te leveren ofwel mits een omslachtig papieren proces, ofwel via een online proces door middel van een de online applicaties Itsme of Csam. Beide systemen genereren echter zoveel foutmeldingen dat naar schatting 2/3 van de verworven handtekeningen door één of andere fout in het systeem niet worden geregistreerd. Hierop verliezen de burgers de moed en verliezen de partijen de steunhandtekeningen en moeten zijn de facto drie maal zoveel mensen bereiken om toch de nodige steun te vinden.

Hierover werd reeds door o.a. de nieuwe partij VOLT een klacht neergelegd bij het ministerie van binnenlandse zaken die deze registratie beheert, doch deze klacht is zonder resultaat gebleven. Het niet verhelpen van de technische problemen zorgt voor een bijkomende barrière.


Nochtans betreft het enkel het aanpassen van de nodige settings en cookies die verband houden met de authenticatie door Itsme op verschillende browsers. De privépartner die achter het systeem zit, zou dat perfect kunnen doen, maar er is bij ons weten geen vraag daartoe vanuit het ministerie van Binnenlandse zaken. Het feit dat enkel nieuwe partijen burgerhandtekeningen moeten verzamelen, zorgt ervoor dat deze technische issues door de bestaande partijen niet gevoeld worden. Daarbij kan men zich ook de vraag stellen waarom nieuwe partijen afhankelijk gemaakt worden van zittende partijen door het systeem van de parlementaire handtekeningen als een gunst toe te kennen.


Voor de Europese verkiezingen ligt de drempel qua handtekeningen bovendien ook onredelijk hoog op 5000, zowel voor het Nederlandse als het Franse kiescollege. Dit betekent dat het vooral voor Franstalige Belgen ongewoon moeilijk wordt gemaakt om hier een lijst met burgerhandtekeningen in te dienen. Voor het Nederlandse kiescollege waren er immers 4.251.605 stemmen, terwijl er voor het Franstalige kiescollege slechts 2.439.775 stemmen waren. Hierdoor ligt de de facto drempel voor Franstalige landgenoten die een nieuwe lijst wensen te lanceren bijna dubbel zo hoog: 5000/4.351.605 = 0,11% tegenover 5000/2.439.775 = 0,20% van de kiezers moeten tekenen om te mógen deelnemen. Door de technische problemen, komt men al gauw uit bij het driedubbelen, namelijk 0,33% versus 0,60%. Een onredelijke drempel en onredelijk groot verschil.


Wat het indienen van papieren handtekeningen betreft, blijkt dat in de meeste gemeenten het personeel totaal niet op de hoogte is van de procedure voor het valideren van handtekeningen. In het beste geval moet men later een afspraak maken omdat niemand weet hoe het werkt, in het slechtste geval wordt men gewoon weggestuurd. Deze problemen werd reeds vastgesteld in de hoofdstad Brussel, Molenbeek en Brugge. Hierdoor loopt de validatie van de handtekeningen opnieuw 1-2 weken vertraging op, waardoor de deadline van 12-13 april eigenlijk de facto met 1-2 weken vervroegd wordt. Tot slot blijkt ook dat in sommige Brusselse gemeenten niet aan de taalwetgeving voldaan is, en de dienstverlening enkel mogelijk is in het Frans, zoals in Molenbeek.

In de gegeven omstandigheden kunnen er in het Koninkrijk België onmogelijk eerlijke, democratische verkiezingen plaatsvinden op 9 juni 2024.


Wij zouden u dan ook willen vragen om de nodige actie te willen ondernemen op korte termijn zodat de Belgische overheden onmiddellijk de nodige aanpassingen doorvoeren die eerlijke en democratische verkiezingen garanderen waarin een gelijk speelveld tussen de partijen wordt verzekerd.


U dankend voor het gevolg dat u aan onze brief wil verlenen en met dank ook om ons op de hoogte te houden van de démarches die u ten aanzien van het Koninkrijk België ter zake onderneemt.


Met hoogachting,

Michael Verstraeten

Secretaris Voor U

Lijsttrekker Oost-Vlaanderen, federaal parlement


i.o. van Els Ampe, lijsttrekker Vlaams-Brabant, federaal parlement

Ivan Sabbe, lijsttrekker West-Vlaanderen, federaal parlement

Frank Wouters, lijsttrekker Antwerpen, federaal parlement

Inge Faes, lijsttrekker Antwerpen, Vlaams parlement

Kim Geybels, lijsttrekker Oost-Vlaanderen, Vlaams parlement

Yasin Gül, lijksttrekker Limburg, Vlaams parlement

Steven Arrazola, lijsttrekker Blaams-Brabant, Vlaams parlement

Rachid El Hajui, lijsttrekker Brussel, Federaal parlement

Filip Boone, lijsttrekker West-Vlaanderen, Vlaams parlement

Jan Wostyn, lijsttrekker Brussel, Vlaams parlement

Ava Basiri, lijsttrekker Brussel, Brussels parlement

Marta Barandiy, lijsttrekker Europees Parlement




bottom of page